Zwarte thee of hei-cha, 黑茶, is in China de benaming voor thee die in het verwerkingsproces het stadium “wuo dui” of “vochtige fermentatie” heeft doorlopen, met als gevolg de maximale mate van fermentatie (tot 100%), een donkere kleur, een volle, verzadigde smaak en een specifiek bouquet met aardse, wijnachtige en houttonen.
Grondstof voor zwarte thee vormen grote, rijpe, grove bladeren, met steeltjes en stengeltjes; dit om te zorgen dat ze tijdens de bewerking heel blijven, ondanks dat er nogal ruw mee wordt omgesprongen. De theebladeren, ietwat verwelkt in de zon, worden gebraden, gerold, op grote hopen gelegd, die met water worden besproeid, en blijven zo een paar dagen liggen om “smaak op te doen”. Binnenin de theehoop begint het te gisten: de bladeren worden donker, veranderen van aroma en verkrijgen nieuwe eigenschappen. De bijzonderheden van de grondstof, de duur van de vochtige gisting en de verdere bewerkingen verschillen per streek. De bekendste zijn vandaag de dag: zwarte thees uit Anhua, 安化黑茶 (provincie Hunan), Liubao cha 六堡茶 (provincie Guangxi), Laoqing cha 老青茶 (provincie Hubei), Liuan Heicha uit de provincie Anhui en uit het Sichuanse grensgebied, Bian cha, 四川边茶 .
Op de foto: Zwarte thee uit Anhua in tegels, rollen en als strooibare bladerthee, klaargemaakt voor verzending naar Rusland op bestelling van MoyChay.
ZWARTE THEE VAN DE PROVINCIE HUNAN
Historisch gezien behoren zwarte thees tot de eerste soorten. Ze verschenen in het arrondissement Anhua, provincie Hunan, getuige een vermelding in de “Aantekeningen over de volksnijverheid van de Ming-dynastie” uit 1585. De belangrijkste gebruikers waren Tibetanen, nomadenvolkeren uit Centraal-Azië en Zuid-Siberië: meer dan twee derde van de thee werd buiten China uitgevoerd.
Op de foto: Productie van zwarte thee in Anhua, 19e eeuw.
Maar aan het begin van de 21e eeuw schitteren de Hunanse thees in een nieuw licht als “klassieker van de theecultuur, concentraat van de theegeschiedenis en theeproduct van de hoogste klasse”: in oktober 2009 kreeg, op het eerste festival van Hunanse zwarte thees, gehouden in Yiyang, die stad de officiële status van “Domein van de Chinese zwarte thee”.
Op de foto: Omgeving van de stad Yiyang, arrondissement Anhua, “Domein van de Chinese zwarte thee”, provincie Hunan.
Het blad wordt laat in het voorjaar geoogst, als de jonge scheuten volledig gevormd zijn. De geoogste grondstof wordt gelijkmatig met water natgemaakt (in een verhouding van 1:10) en in ketels gebraden bij een temperatuur tot 320 0С in porties van 4-5 kg. Wanneer het blad zijn veerkracht verliest, met sap bedekt raakt, donker wordt en van aroma verandert, wordt het gerold en gaat men over tot het belangrijkste stadium, de vochtige fermentatie. Op een schone vloer in een donkere ruimte wordt de grondstof neergelegd op een hoop van een meter hoog en van boven met vochtig textiel afgedekt.
Na een aantal dagen wordt de hoop uit elkaar gehaald, worden de bladeren, die intussen weer een beetje zijn rechtgetrokken, opnieuw gerold, en dan worden ze opnieuw opeengehoopt om ze te laten gisten. Zo wordt in de loop van 15-20 dagen van fermentatie, onder omstandigheden waarbij de verhouding tussen temperatuur en vochtigheid onder voortdurende controle staat, de geheel eigen smaak van de zwarte Hunanse thee gecreëerd. Het definitief verslapte en donker geworden blad wordt op een sterk vuur gedroogd. Ten tijde van de Ming-dynastie werd dat in de speciale Oven van de Zeven Sterren gedaan (de traditionele steelpanvorm van de Grote Beer). Zijn constructie werd gekenmerkt door zeven openingen langs de rand voor de luchttoetreding. De oven werd met dennenhout gestookt, waardoor de thee een karakteristiek rokerig aroma meekreeg. In onze dagen wordt het theeblad op de bakplaten van grote moderne ovens gedroogd, maar ook die worden met een open vuur van dennenhout gestookt, of met houtskool, afhankelijk van de gekozen techniek. Het theeblad neemt de rook in zich op en wordt erg langzaam gerookt, niet te heet. Het roken, hong- bei, 烘焙, neemt acht tot dertig uur in beslag, totdat het geheel donker geworden blad een boterachtige glans heeft gekregen. Van de verkregen mao-cha (theehalffabricaat) wordt, afhankelijk van de volgende bewerkingen, ofwel zwarte bladerthee, ofwel geperste zwarte thee gemaakt, in de vorm van briketten of rollen.
Op de foto: Een klein dorp, waar de hoofdbezigheid van de inwoners de afgelopen 400 jaar de productie van thee vormt.
Zwarte bladerthee, San Jian, 三.
Ook wel Hunanse Punten genaamd, Xiang Jian, 湘尖. Deze zwarte elitethee wordt gemaakt in Gaojiaxi 高家溪 en Majiaxi 马家溪. De Drie Punten, San Jian, 三尖, kennen drie kwaliteitsklassen. Tian Jian, Hemelse Punten, 天尖: de meest hoogstaande soort, zwarte elitethee, vervaardigd uit de beste grondstof. Gong Jian, Geschenkpunten, 贡尖: de tweede soort, die wordt gemaakt van de bovenste 3-4 bladeren. Sheng Jian, Levende Punten, 生尖: de derde soort, waarvoor rijpe bladeren met bladsteeltjes tot grondstof dienen. Alle hei-cha's die de vorm hebben van
bladerthee hebben een verzadigd aroma en een solide smaak, waarin tonen van gezuurd fruit domineren, en een lange zoete nasmaak.
Op de foto: Mao-cha, strooibare zwarte thee San Jian. Decoratieve rollen, Hua Juan, 花卷.
Ontstaan in het district Yuzhou, arrondissement Anhua, aan het begin van de 19e eeuw, toen de exportvolumes van thee stevig begonnen te groeien. Theehandelaren uit Shanxi en andere provincies bouwden aan de oevers van de rivier Zi hun manufacturen en handelshuizen; hun grondstof kochten ze in de dorpen in. Voor het transportgemak werd de thee aangestampt tot een bundel van ongeveer 100 liang (zo'n 3,8 kg), en zulke thee kreeg de benaming van honderdliangsthee, bailiangcha, 百两茶. Vervolgens ging het gewicht omhoog naar duizend liang, en verscheen de duizendliangsthee, qianliangcha, 千两茶 (37,27 kg). De vast aangestampte cilinder werd met palmbladeren en bamboebast omwikkeld, waarvan de afdruk als een patroon op de theerol achterbleef. De duizendliangscilinder was vijf chi lang (1,666 meter) en had een omtrek van 1,7 chi (56 cm). Zulke thee kreeg een benaming vol pathos: Theeheerser van het Heelal. Kooplieden uit Shanxi produceerden de thee in de arrondissementen Qi en Yüci, daarom werd hun thee als Qizhouse rollen aangeduid. En Jiangzhouse werden door handelaren uit Jiangzhou gemaakt en wogen 1100 liang. Al deze Patroonrollen, 花卷, Hua-juan, gewikkeld in een opengewerkt bamboenetje, gingen op weg naar bestemmingen ver buiten China.
Op de foto: Cha Ma Gu Dao, de oude Weg van Thee en Paard.
Vandaag de dag worden de rollen voor het gemak van de handel in schijven gezaagd en in dozen verkocht. En de composities van de originele Qianliang-cha, de Duizendliangsstammen, 千两茶, zijn een onmisbaar decoratief element in het interieur van theewinkeltjes geworden.
Op de foto: Decoratieve “Duizendliangsstammen” uit Anhua.
Zwarte brikettenthee uit Anhua
Ontstaan in de jaren '40 van de 20e eeuw, dankzij de inspanningen van Peng Xianze, adjunct- directeur van het Theedepartement van de provincie Hunan. Op zijn initiatief werden de eerste proefversies van zwarte briketten gemaakt in het dorp Jiangnanping (tegenwoordig Jiangnan genaamd) in het arrondissement Anhua, volgens de methode die in het stadje Yangloudong (provincie Hubei), wordt toegepast, waar nog in de tweede helft van de 19e eeuw Russische kooplieden de eerste handelsvertegenwoordigingen stichtten en manufacturen oprichtten. In 1939 bestelde Peng Xianze in de Hunanse prefectuur Xiangtan zes schroefhandpersen, en in maart 1940 werd de lijn voor het persen van Hunanse zwarte thee officieel geopend. En spoedig gingen met medewerking van de Chinese Theecompagnie de eerste partijen zwarte briketten uit Anhua op weg naar de Sovjet-Unie.
Op de foto: Heizhuan-cha, zwarte brikettenthee.
Tegenwoordig worden twee soorten zwarte briketten op de markt gebracht: Zwarte briketten, Heizhuan-cha, 黑砖茶, en Decoratieve briketten, Huazhuan-cha, 花砖茶, met een sierpatroon.
Daarnaast worden er Groene briketten vervaardigd, Qingzhuan-cha, 青砖, die bestaan uit geperste groene bladeren die niet aan vochtige fermentatie zijn blootgesteld.
Op de foto: Duizendliangsrol, verkruimeld.
Fu-briketten, Fu-zhuan-cha, 茯砖茶, hebben hun naam aan een woordspeling te danken. Oorspronkelijk was hun naam Fu-zhuan-cha, 伏砖茶, oftewel “Brikettenthee, Gemaakt in Hitte”. Tegelijkertijd wordt verwezen naar de geneeskrachtige eigenschappen van de Paddenstoel van het Lange Leven, Fu-ling, 茯苓, (Wolfiporia extensa of Poria cocos). Daarnaast klinkt “Fu-cha” als “Geluksthee”. Tot het midden van de 20e eeuw werd hij uitsluitend met de hand gemaakt, maar in de jaren '50 werd hun mechanische productie opgezet door specialisten uit Jingyang in Shaanxi onder leiding van de professor in de biologie Zhao van de universiteit van Wuhan. In 1953 werd de technologie geperfectioneerd, en op dat moment begon de nieuwste geschiedenis van de thee Fu- zhuan. Fu-zhuan-cha wordt van hoogwaardige grondstof gemaakt. De bijzonderheid die deze thee karakteriseert, is de standaard vastgelegde aanwezigheid van de schimmelcultuur Jin-hua, oftewel Gouden bloemen. De wetenschappelijke benaming is Eurotium Cristatum, en zij ziet eruit als gele korreltjes die op het oppervlak van het theeblad zijn gestrooid. Behalve op thee leven deze micro- organismen op Paddenstoelen van het Lange Leven. En hoe groter de korrels van de gele bloemen zijn, des te hoger de kwaliteit van de thee. Dankzij hen heeft de zwarte elitethee Fu-zhuan-cha een gunstige uitwerking op de gezondheid, verbetert de spijsvertering, verlaagt het cholesterolgehalte, normaliseert de bloeddruk en bevordert de stofwisseling in het algemeen; bovendien heeft hij een verhoogde antibacteriële werking.
Op de foto: Korrels van de gouden bloemen “Jin-hua”.
De mineralen in de theeboom zijn hoofdzakelijk geconcentreerd in de rijpe bladeren en bladstelen. Aangezien juist deze als grondstof worden gebruikt voor de Hunanse hei-cha, sterkt deze thee dankzij een verhoogd fluorgehalte de botten, terwijl het aanwezige selenium de productie van immunoproteïnen en antilichamen, waardoor de weerstand tegen ziekten bevorderd wordt. Hij is ook effectief in het voorkomen van ischemische hartklachten (meestal veroorzaakt door een blokkade in de kransslagader) en remt de vorming en ontwikkeling van kankercellen. In het beroemde “Traktaat over geneeskrachtige planten”, 本草纲目, “Bencao Ganmu”, vermeldt de grote middeleeuwse Chinese geleerde Li Shizhen, 李时珍: “De thee in Anhua wordt gemaakt van de Hunanse grootbladige soort, hij komt met de steeltjes erbij en is grof. Je moet hem ofwel op een langzaam vuur koken, ofwel met kokend water in een theepot; slechts door een hoge temperatuur
krijgt hij zijn smaak, en wordt zijn kleur dicht en donker. Achter de bitterheid van zijn smaak gaat zoetheid schuil. De thee helpt het eten op te nemen en is aangenaam voor de maag, heeft een warme natuur en verstrooit de kou”.
Modern onderzoek bevestigt dat echte Chinese zwarte thee uitermate bevorderlijk is voor de gezondheid. De polyfenolen erin, theaflavinen en thearubiginen, geven hem niet alleen zijn karakteristieke donkere kleur, maar zijn ook effectieve antioxidanten, hebben een antibacteriële en antivirale werking, helpen bij de genezing van vaatziekten in de hersenen en diabetes, verlagen het lipidegehalte (waaronder cholesterol) in het bloed en de bloeddruk, gaan het samenklonteren van bloedcellen en de vorming van trombose tegen, werken kankerremmend en verhogen de immuniteit, helpen het lichaamsgewicht en de vetstofwisseling te reguleren.
Alle Hunanse hei-cha's hebben een originele oranjegele kleur van het aftreksel gemeen, een dicht en rijp aroma met wijntonen, en een ruime, solide smaak met een zoete nasmaak.
In het voorjaar van 2014 hebben wij in Anhua een video opgenomen waarin uitgebreid verteld wordt over de productie van zwarte thee, met schetsen van de plaatsen waar de thee groeit en veel andere interessante informatie.
ZWARTE THEE LIUBAO
De zwarte “Liu Bao”, 六堡茶, wordt tegenwoordig geproduceerd in meer dan dertig arrondissementen van de autonome regio Guangxi, 广西, in de dalen van de rivieren Xunjiang, 浔
江, Yujiang 郁江, Hejiang 贺江, Liujiang 柳江, Honghe 红河. Maar het begin van zijn geschiedenis ligt in het Ming-tijdperk in het district van de Zes Heuvels (of Zes Forten, de letterlijke vertaling van het Chinese Liu Bao, 六堡) prefectuur Wuzhou, 梧州 in het oosten van Guangxi, in het dal van de rivier de Xijiang, 西江.
Op de foto: De geboortestreek van de zwarte thee Liu Bao, provincie Guangxi.
Als grondstof dienen loten met twee, drie en vier blaadjes. De eerste productiestap neemt 20-30 dagen in beslag en omvat verwelking, stomen, rollen, fermentatie en droging. De daarmee verkregen bladerthee kan worden gedronken, wat de plaatselijke boeren ook doen. Maar het leeuwendeel van de voorbewerkte mao-cha wordt geperst en ter rijping opgelegd. Het eerste jaar ligt de thee op lage planken in een koude donkere ruimte. Daarna wordt hij overgebracht naar een geventileerde ruimte, waar hij nog eens minimaal een jaar blijft liggen. De laatste opslag is droog, hier komt hij nog een paar jaar verder op krachten. Na een dergelijk langdurig rijpingsproces (van drie tot tien jaar) wordt de kwalitatief hoogstaande Liu Bao klaar geacht om de wijde wereld in te gaan. De plaatselijke bevolking is van mening dat een dergelijke gerijpte thee bijzonder goed voor de gezondheid is, en gebruikt hem zowel als profylactisch middel, als als medicijn.
Op de foto: Zwarte thee Liu Bao, klaargemaakt voor verzending naar Rusland op bestelling van MoyChay.
Liu Bao geeft bij de bereiding een sfeer van ruw boerencomfort, met zijn hooiberg en kippenhok, de taaie aroma's van de kruiden van de steppe, vermolmd hout, wierook en verse melk.
Op de foto: De leider van MoyChay Sergey Shevelev, en een technoloog bij de productie van de zwarte thee Liu Bao.
ZWARTE THEE VAN DE PROVINCIE HUBEI
Laoqing cha, 老青茶, of Hubei cha, 湖北茶, wordt al minstens 400 jaar gemaakt in het district Xianning 咸宁 (provincie Hubei 湖北). Vanwege de grote hoeveelheid rivieren en meren (iets meer
dan 1300) wordt Hubei de “provincie van duizend meren” genoemd. De heuvelachtige arrondissementen in het zuidwesten van de huidige prefectuur Xianning zijn sinds lang beroemd om hun thee: de theecultuur arriveerde in deze streken in de 7e eeuw.
Op de foto: Theeplantage, prefectuur Xianning.
Volgens de historische kronieken werd hier onder de Ming-dynastie brikettenthee gemaakt, die via de rivier de Gan, en vervolgens de Yangzi, via Hankou, naar Henan werd verscheept, via Shanxi, tot in Binnen-Mongolië en Xinjiang. Een ander deel van de productie ging met karavanen tot Kjachta in Boerjatië en kwam zo Rusland binnen.
Op de foto: Yangloudong: de beroemde straat waarlangs de theekaravanen op weg gingen.
In de 19e eeuw richtten Russische “Theekoningen” in Yangloudong, 羊楼洞 (een stadje op het grondgebied van de moderne prefectuur Xianning, 咸宁) hun handelsvertegenwoordigingen en manufacturen. Het theeambacht wordt hier van generatie op generatie doorgegeven.
Op de foto: Het verpakken van de klaargemaakte thee, familiebedrijf, Yangloudong, 19e eeuw.
De moderne Laoqing Zhuan-cha, 老青砖茶, wordt traditioneel bereid door grondstof van twee typen te mengen. De binnenste laag doorloopt vier bewerkingsstadia (verwelking, rollen, fermentatie en droging in de zon), de buitenste zeven (verwelking, eerste rolling, eerste droging in de zon, brading, herhaalde rolling, fermentatie en uiteindelijke droging in de zon). Er worden drie soorten onderscheiden, afhankelijk van de kleur van de theestruiktakjes die erin voorkomen, die weer afhangt van de leeftijd van de grondstof. Als de takjes groen zijn: eerste soort; rood met groene topjes: tweede soort; helemaal rood: derde soort.
Op de foto: Laoqing Zhuan-cha.
Liuan Heicha
De zwarte thee van de provincie Anhui is al minstens vierhonderd jaar bekend onder de benaming Lan Cha, 篮茶, “Thee uit een Mandje”, of Sheng Cha, 生茶, “Wonderdoende Thee” (analoog aan
Sheng Dan, de “wonderpil” van de taoïsten). Heden ten dage wordt hij slechts in een paar kleine fabrieken in de provincie geproduceerd.
De grondstof voor deze thee wordt in de lente geoogst; men neemt de top van de loot (een bladknop en de 4-5 bovenste blaadjes). De lichtelijk voorverwelkte loten worden in ketels gebraden, die uitsluitend op een houtvuur verwarmd worden. De gebraden bladeren worden gedurende 20-30 minuten geplet, aan elkaar geklonterde kluiten worden uit elkaar geslagen, en dan worden ze opnieuw op hout verwarmd (hong gang). Op die manier wordt banchengpin verkregen (半成品, halffabricaat), dat in grote zakken gaat, waarin de thee “rijp wordt”. Na een aantal maanden wordt het halffabricaat geschift, gesorteerd, gestoomd en in porties van 250 en 500 gram in kleine gevlochten mandjes gestopt. Deze mandjes worden op houtskool verwarmd, wat de uiteindelijke thee een subtiel rokerig aroma meegeeft.
De belangrijkste gebruikers van de “Thee uit een Mandje” waren en zijn nog steeds Chinese emigranten in de landen van Zuidoost-Azië, evenals inwoners van Hongkong en Guangxi. Hij lest de dorst erg goed, heeft een verkoelende en antiseptische werking, en stimuleert de functies van het maag-darmkanaal.
SICHUANSE GRENSSTREEKTHEE BIAN-CHA
De provincie Sichuan is een van China's oudste theeregio's. En de geografische nabijheid van Tibet (hier Zang genoemd) heeft sinds mensenheugenis gezorgd voor een uitwisseling van goederen tussen de plaatselijke volkeren. Het strenge bergklimaat en de schrale, stenige bodem maakt de teelt van de meeste landbouwgewassen op het Tibetaanse plateau onmogelijk, daarom staan op het menu van zijn bewoners vooral vlees, vet en koolhydraten. Thee op zijn beurt helpt om het zware voedsel op te nemen en vult het tekort van essentiële vitaminen en mineralen aan.
Op de foto: Tibet.
De Tibetaanse drank heet cha-suima, “geklopte thee”, of bo-cha (“Bo” is een oude benaming voor Tibet). Voor zijn bereiding zijn yakmelk en -boter vereist. De briket van geperste thee wordt een paar uur in de yakmelk doorgekookt, totdat de vloeistof een donkerbruine kleur heeft gekregen. Vervolgens voegt men gesmolten boter en zout toe en klopt het geheel op tot een eenvormige samenstelling is bereikt. Als gevolg van deze behandeling ontstaat een opwekkende drank met veel calorieën, dat door Tibetanen gezien wordt als de meest voedzame en gezonde drank ter wereld. Hij is eigenaardig van smaak, herstelt de krachten erg goed en neemt vermoeidheid weg, wat erg belangrijk is voor wie te voet door de bergen trekt. Tenminste tot in de 20e eeuw is in Tibet een afstandsmaat in zwang gebleven die een te voet af te leggen afstand door de bergen in kommen thee uitdrukt. Drie grote kommen staan gelijk aan ongeveer acht kilometer. Bij wijze van dessert wordt in deze thee “tsampa” gestrooid: meel van doorgebakken gerstekorrels.
Op de foto: Theebereiding in Tibetaans klooster.
De productie van thee die speciaal bestemd is voor verkoop in Tibet begon in grote volumes in de 7e eeuw, toen hij daar terechtkwam in de hoedanigheid van bruidsschat van de Chinese prinses Wencheng, die de vrouw werd van de Tibetaanse heerser Songtsen Gampo. Over bergpassen en hoge pieken gingen de karavanen langs een gevaarlijk en wonderschone weg, beladen met thee en andere eerste levensbehoeften. Strikt gesproken was deze route al in de tijd van de Westelijke Han- dynastie bekend, toen hij “Shu Sheng Du Dao” genoemd werd (Weg tussen Sichuan en India). Maar in de 9e en 10e eeuw, toen aan het hof de thee uit de Noordelijke tuinen steeds populairder werd,
werden Sichuanse en Yunnanse thee steeds vaker naar Tibet en Centraal-Azië verzonden in ruil voor paarden en zeldzame Tibetaanse geneesmiddelen. Daarom kreeg de weg de naam Cha Ma Gu Dao oftewel Weg van Thee en Paard. Een speciaal handelsagentschap, opgericht in Sichuan in 1074, bepaalde de wisselkoers: één paard voor zestig kilo geperste thee. Tegen het begin van de 13e eeuw kwamen op deze manier jaarlijks rond de 25 duizend geharde Tibetaanse paardjes China binnen.
Dragers haalden de thee af van de plantages rond Ya'an en leverden hem af in Kangding, op 2550 meter hoogte gelegen. Hier werd de thee in waterdichte balen van yakleer genaaid, en werden de mensen afgelost door dieren: karavanen van muildieren en yaks, die in drie maanden Lhasa bereikten.
Op de foto: Tibet, bergweg.
De weg van Ya'an naar Kangding nam 21 dagen in beslag. De thee werd in zakken van acht kilo per stuk verpakt. Eén drager nam in de regel tien tot twaalf zakken op zijn schouders. Voor mannen en vrouwen gold een last van 70 tot 90 kg als norm (krachtpatsers konden ook wel de volle 135 kilo aan). Naast de waardevolle vracht moesten de dragers strooien reserveschoeisel en een voedselrantsoen meenemen. In een dag konden deze mensen slechts 3-4 km afleggen, waarbij ze om de 50 meter even op adem kwamen. Om op dat tempo op de plaats van bestemming te komen, waren ze al gauw een maand onderweg.
Op de foto: Theedragers, eind 19e eeuw.
De op het gebied van subtiliteiten van smaak en aroma weinig eisende theegebruikers uit Tibet en Centraal-Azië waardeerden altijd de voedzame en energie gevende kant van de thee. Daarom dienen traditioneel als grondstof voor de zuidelijke Sichuanse thees grove bladeren en verse stelen. Voor de bereiding van maozhuang-cha, 毛庄茶, laat men ze in de zon verwelken en worden ze gedroogd, en voor de productie van zuozhuang-cha, 做庄茶, wordt de droging in de zon afgewisseld met vochtige fermentatie, waarbij kleur, smaak en aroma veranderen. De verkregen thee wordt daarop tot briketten geperst of in bamboeblad gewikkeld, volgens de traditie, voor het transportgemak en de komende opslag.
Afhankelijk van de kwaliteit van de grondstof (van grove, rijpe bladeren met steeltjes en stukjes twijg tot tedere vroege bladtopjes) komt Tibetaanse thee in een aantal soorten voor. De beste is gemakkelijk te herkennen aan de mooie van een patroon voorziene omwikkeling.
Op de foto: Sichuanse zuozhuang-cha.
Tegenwoordig wordt Sichuanse heicha onderverdeeld in Westelijke (geproduceerd in de districten Guanxian 灌县, Chongqing 崇庆 en Da-Yi 大邑), gericht op plaatselijk gebruik, en Zuidelijke (geproduceerd in de prefecturen Ya'an 雅安, Tianquan 天全, Rongjing 荣经) die wordt uitgevoerd naar Tibet en Centraal-Azië en ook “Bian Xiao Cha” wordt genoemd, 边销茶, “Thee voor verkoop in de grensdistricten”, of “Zang Cha”, 藏茶, “Tibetaanse thee”.