Wat is elitethee?


Het begrip “elite”, afkomstig uit het Gallisch, heeft de betekenis: “beste”, “exquis”, “kostbare erfelijke kenmerken dragend” en is van toepassing met betrekking tot mensen, dieren en planten, wanneer het gaat over genetische selectie. Maar de laatste jaren zijn allerhande reclamecampagnes het actief gaan gebruiken, waarbij de betekenis van “elite” is veranderd in “elitair”, dat wil zeggen: bedoeld voor een kleine kring van uitverkorenen. Het woord is zogezegd in zwang gekomen, de kring is potentieel voor iedereen opengesteld die voldoende middelen heeft, en het woord heeft grondig aan inhoudelijke betekenis ingeboet. Er verschenen elitescholen, elitevakanties, elitekantoormeubilair en elitesanitair.
De hoeveelheid elitegoederen en -diensten voor het welbevinden van de bevolking is razendsnel gegroeid, terwijl hun kwaliteit zelfs bij een minimale standaard juist omlaag gegaan is.
De theehandel is hier niet van gevrijwaard gebleven. Aan het einde van de jaren '90, met de opkomst van de eerste Moskouse theeclub waar je kennis kon maken met de exotische theeceremonie, kwam dure Chinese thee in de mode. Dit was een bijzonder sfeervolle plek, waar werkelijk elitethee werd aangeboden in de context van de Chinese cultuur door creatief ingestelde mensen met hart voor hun zaak. De uitwerking van dure verzamelaarsthee, de nieuwigheid van de situatie en de verhoogde concentratie van interessante mensen die op de Club afkwamen, maakte hem binnen de kortste keren superpopulair. Binnen een paar jaar pasten al niet alle gegadigden erin, plaatsen werden dagen van tevoren gereserveerd, ongeacht de ongebruikelijk hoge prijzen: een paar uur thee drinken zonder wat voor hapjes dan ook kostte meer dan een volledige maaltijd in een restaurant.
Het succes van de nieuwe zaak bij haar schijnbare uiterlijke eenvoud bleef niet onopgemerkt bij ondernemers. Datgene wat aan de basis lag, de ongeveinsde interesse van de medewerkers voor de Chinese cultuur, hun enthousiasme en hart voor de zaak, en daarbij de buitengewone talenten van de leiding, bleef buiten beeld. In werkelijkheid bracht en brengt elitethee helemaal geen superwinsten binnen. Net als ieder werk vereist hij arbeid, kennis en ervaring en gaat met vele kosten gepaard. In onze eeuw van een geglobaliseerde wereldmarkt hangt winst in de eerste plaats af van volume. “Handmatige assemblage” blijft altijd slechts een aankleding, een uiterlijke versiering van het merk, waarvan het succes bepaald wordt door massaproductie.
Desalniettemin kwamen de clubs als paddenstoelen uit de grond, verschenen theekamers in restaurants en theekiosken in supermarkten. In de massamedia begon men de heilzaamheid van Chinese thee te bezingen, en dit leidde tot een heuse theeboom: de markt werd overspoeld door de goedkoopste en laagste soort Chinese thee. Handelaren waren op jacht naar het snelle geld, zonder zich met culturele subtiliteiten bezig te houden; niet alleen van de Chinese theecultuur, maar ook van de thee zelf hadden ze slechts de oppervlakkigste voorstelling. In meerderheid dronken ze liever oploskoffie bij het ontbijt.
De situatie verslechterde verder doordat niemand de Chinese taal beheerste, noodzakelijk in het contact met leveranciers, en allerhande bemiddelaars en tolken boden de thee van hun familieleden of bekenden aan, van de meest deprimerende kwaliteit. Om hun productie gewicht mee te geven riepen verkopers traditioneel de hulp in van het woord “elite”. Niemand wist immers werkelijk wat

elitethee eigenlijk was. Blijkbaar zit er in dit woord een soort magische kracht die het oor van de vaderlandse koper streelt, want hoe absurd de situatie ook is, het blijft steevast de belangstelling wekken.
Maar wat is “elitethee” nu werkelijk? Ten eerste zijn dat natuurlijk de beroemde “Keizerlijke” soorten, waarvan de geschiedenis honderden jaren teruggaat. Als hun grondstof dienen bladeren en bladknoppen van struiken die een eeuwenlang selectieproces hebben doorlopen, en hun vervaardiging vereist een hoogstaand meesterschap. In verschillende tijdperken hebben zij titels gedragen als “gong cha”, 贡茶 “staatsthee” of “keizerlijke thee”. Sinds de allervroegste fasen van de formering van het Chinese staatsbestel werd overwonnen stammen een schatplicht van negen categorieën opgelegd: landbouwproducten en ambachtelijke goederen. Hieronder viel ook thee. De kronieken van de Qin-dynastie getuigen ervan dat aan de heerser van Wu (4e eeuw v.Chr.) uit het district Ba (grondgebied van de huidige provincie Sichuan), naast andere producten, bij wijze van belasting jaarlijks 1000 jin (ongeveer 500 kg) thee geleverd werd.
Mettertijd werd thee in China een eerste levensbehoefte, de vraag groeide van jaar tot jaar, her en der werden steeds nieuwe theetuinen aangelegd. Onder de Tang-dynastie (7e eeuw) werd thee verbouwd in 14 provincies, 10 waarvan, Sichuan, Anhui, Shaanxi, Hubei, Hunan, Jiangxi, Fujian, Zhejiang, Jiangsu en Henan (volgens de moderne indeling) aan het hof leverden. Er verscheen een heel departement van opzichters, die de theetuinen inspecteerden en het proces van de productie en leveranties aan het hof in de gaten hielden. Dit departement werd geleid door de theeraadsheer of que cha shi (榷茶使). De eerste en beste lentethee ging naar de hoofdstad, waar de Zoon van de Hemel het ritueel van het lenteoffer voltrok in de tempel der voorouders op Qingming, het Feest van Zuiverheid en Helderheid (4 april). Na de ceremonie werden in het kader van de hofetiquette

beloningen uitgereikt (waaronder in thee) aan de oudere ambtenaren, aanmoedigingspremies aan jongere ambtenaren die zich hadden onderscheiden, en geschenken aan de hoofden van buitenlandse gezantschappen.
De “geïllustreerde kronieken” (Yuanhe junsan tuzhi), opgesteld in 813, verhalen over de oogst en vervaardiging van de Mengdingse thee: 'De berg Mengshan ligt in het arrondissement 10 li naar het zuiden, en hier is de beste keizerlijke thee in Shu. Ieder jaar kiest het hoofd van het arrondissement Mingshanxian de gelukkige dag voor het feest Qingming, wanneer hij de rituele reiniging voltrekt en de rituele buigingen maakt, in hofkledij de berg bestijgt, waar hij de overste van het klooster op de top van de berg vraagt ceremonieel de tuin te openen. Na het aansteken van de wierook en het opdragen van de gebeden aan de geest die over de berg heerst, worden in de Keizerlijke Theetuin 360 jin theebladeren geplukt, wat overeenkomt met het hemelse getal van de jaarkalendercyclus. De klaargemaakte thee wordt in twee zilveren kruiken gedaan en naar de hoofdstad verzonden, waar hij aan de keizer wordt aangeboden voor het rituele eerbetoon aan de voorouders. Tegelijkertijd worden in het Mengshangebergte op de pieken van de Zuiverheid (Qingfeng), Zoete Dauw (Ganlufeng), Nefrieten Maagd (Yünüfeng), Bron (Qingquanfeng) en Waternoot (Lingjiaofeng) theebladeren van alle soorten geoogst en worden de theeproppen “Ke Zi Cha” (“Notenthee”) bereid. Deze thee gaat in 18 zilveren vaten naar de hoofdstad en wordt “begeleidingsthee” genoemd (pei cha)'.

In de 10e eeuw verplaatste het centrum van de thee-industrie zich naar Jian'an (建安, huidige provincie Fujian): “30 li ten oosten van Jian'an ligt de Feniksberg, Fenghuangshan; aan zijn voet liggen de Noordelijke Tuinen, Beiyuan, en dicht daarbij zijn plaatsen ingericht voor het braden van thee. De bodem van de keizerlijke tuin is rood, de thee die er groeit is van de hoogste kwaliteit”. De 46 keizerlijke tuinen van Beiyuan besloegen meer dan 30 li. 1336 vuurpotten brachten de eerste “Longfengtuan” van China voort (“Brokjes Draak en Feniks”, 龙凤团茶). Deze thee most zich van de gewone onderscheiden “als de Hemel van de Aarde”.
Op de foto: Het Wuyishangebergte, waar in de keizerlijke tuinen van Beiyuan de strooibare thee ontstond.

Deze thee was letterlijk zijn gewicht in goud waard. De klaargemaakte tuans werden met een paar stuks bij elkaar verpakt: in palmbladeren gewikkeld, vervolgens in zijde, deze pakketjes werden in roodgelakte doosjes met gouden sloten en officiële zegels gelegd, die op hun beurt in bamboe dozen gingen. Een verpakking met acht “Grote Drakenbrokken”, “Da Long Tuan”, woog één jin (500 g) en kostte twee liang goud. In een verpakking van één jin voor dezelfde prijs met “Kleine Drakenbrokken”, “Xiao Long Tuan”, zaten twintig stuks.
Maar in 1391, met de machtsovername door de Ming-dynastie, wordt een oekaze op het hoogste niveau uitgegeven door keizer Zhu Yuanzhang, “Over de levering van keizerlijke thee uit Jianning, en tevens over de afschaffing van de Drakenbrokken, waarvan de productie als een zware last op de boeren drukt”. De afschaffing van de “Brokjes Draak en Feniks” werd een tekenende gebeurtenis in de geschiedenis van de thee. Met de door de eeuwen heen gevestigde techniek van hun productie verdwenen ook het bijbehorende servies en de specifieke traditie van hun gebruik. In de aldus ontstane hiaat begon een intensieve zoektocht naar nieuwe vormen, en de theecultuur herkreeg haar levendige geest, eenvoud en natuurlijkheid, die zij in het Song-tijdperk was kwijtgeraakt.
Er verschijnt een veelheid aan literaire werken, gewijd aan thee: zijn soorten en vormen, de teelt van de theeplant en manieren om het blad te bewerken, de selectie van water en andere nuances van de bereiding van de drank, evenals voorwerpen in het theeservies. De 17e zoon van de eerste Ming- keizer Zhu Yuanzhang, Zhu Quan, 朱权, schrijft in 1440 het “Theeboek”, “Cha Pu”,茶谱; in 1595 zien de “Theenotities”, Cha Lu, 茶录, van Zhang Yuan, 张源, het licht; in 1597 verschijnen de “Thee-overpeinzingen”, Cha Shu, 茶疏, van Xu Zi Shu, 许次纾: werken waarvan de stijl en de geest de schatkamer der theecultuur hebben verrijkt.

“...de geheime magie van de thee begint bij de energie die er vanaf het eerste begin in besloten ligt: bij de bewerking. Als het vuur heet vlamt onder de ketel, zal de thee aromatisch worden, met een heldere welriekendheid. In een koude ketel zal de geest van de thee vermoeid en futloos zijn. Maar wanneer de vuurtongen verwoed en roofzuchtig de bodem van de ketel likken, krijg je verbrand theeafval! Wees te zuinig met hout voor het vuur, en je thee verliest zijn kostbare smaragden tint! Laat je het drogen van de theebladeren te lang duren, dan verworden ze tot stof, maar als ze te vroeg van het vuur afkomen, blijven ze klam. Te lang op het vuur gehouden theebladeren krijgen een geelbruine kleur, maar bladeren die onvoldoende vuur hebben gekregen, blijven vochtig zwart. Thee die volgens alle regels bereid is, wordt zoet. Als de orde wordt geschonden, komt de thee er wrang uit!
...In de tijden, toen de mensen uit de oudheid thee produceerden, gebruikten zij molenstenen om de theebladeren te vermalen. De thee leek op licht stuifmeel, dat voortdurend in de lucht zweeft, daarom werd hij geperst tot platte koeken bewaard, die “theekoeken van Feniks en Draak” genoemd werden, en de theegeest kon, zodra hij in het kokende water was beland, opstuiven en verdampen! Daarom werd voor de bereiding jong en teder water gebruikt. Tegenwoordig worden theebladeren niet meer gemalen en wordt het poeder dat eruit is verkregen niet meer verstrooid. Dit betekent dat pas wanneer het water helemaal klaar is, pas dan begint de oorspronkelijke goddelijke geest die in de theebladeren schuilgaat, zich te manifesteren. Daarom zegt men dat het water vijf stadia van koken moet doorlopen, opdat de thee zijn drie bestanddelen blootgeeft (adem, qi; energie, jing; en geest, shen)...” uit de Theenotities, Cha Lu, 茶录, van Zhang Yuan 张源.

In het tijdperk van de Qing-dynastie formeerde de theecultuur zich definitief in de vorm waarin wij haar vandaag de dag kennen. Waar de Yan-cha van de rotsen, Long Jing van het Xihu-meer, de Huangshanse Maofeng en de Yunnanse Puerh al onder de Mings ten tonele verschenen, daar gaven in het Qing-tijdperk de selectie van theestruiken en experimenten met bewerkingstechnieken van grondstof de wereld meer dan veertig soorten, waarvan de traditie tot op heden voortgezet wordt. Dat zijn de groene thees van Mengding, Emeishan en Qingchengshan uit Sichuan, Luan Guapian en Taiping Houkui uit Anhui, Dong Ting Bi Luo Chun van de provincie Jiangsu, Anji Baicha uit Zhejiang, Xinyang Maojian uit Henan, witte Fudingse Baicha uit Zhenghe en de gele Junshan Yinzhen uit Hunan, de zwarte thee Liu Bao uit Guangxi en de Zuid-Fujianse Tieguanyin: allemaal ontstonden zij onder de Qings en in verschillende tijden werden zij aan het hof geleverd. In zilveren, aardewerken en tinnen verzegelde vaten, gewikkeld in palmblad, papier of zijde en in bamboedozen gelegd met het stempel “Yü”, “Keizerlijk”, gingen zij op weg naar het theedepartement van de hofkeuken van de Verboden Stad in Beijing. Dit departement viel onder de verantwoordelijkheid van een minister van de allerhoogste rang (persoonlijk aangesteld door de keizer), en was verantwoordelijk voor de organisatie van de officiële ceremonies en feesten die in het tijdperk van de Qing-dynastie een bijzondere faam verwierven.

Ten tijde van de burgeroorlogen en de economische ineenstorting van het begin van de 20e eeuw was ook de theebranche in een staat van verval. Dat wil niet zeggen dat de Chinezen ophielden goede thee te drinken, maar zijn productie werd tot een minimum teruggeschroefd, waarmee alleen de binnenlandse markt werd voorzien. Overigens lang niet overal. Zo werden de moederstruiken van de Da Hong Pao in Wuyishan bewaakt door gewapende soldaten van het leger van de Guomindang (Kwomintang), en ook in de Keizerlijke Tuin aan het Westelijke Xihumeer, waar men doorging met het maken van Long Jing, viel niet één theeblad nutteloos ter aarde; en zo zijn er vele beroemde theeplaatsen die de moeilijke tijden ongehavend doorstonden.

Op de foto: Het dorp Xiping, arrondissement Anxi, geboortegrond van de Tieguanyin.
In de jaren '70, toen de algehele economische situatie zich begon te stabiliseren, beleefde ook de theebranche een renaissance, gesteund en wel door nieuwe technische en wetenschappelijke voorzieningen. Onder invloed van de in die tijd begonnen trend van interesse in de Chinese cultuur, kwam in de theeproducerende provincies het ene na het andere wetenschappelijke theeonderzoekscentrum op, waar thee werd bestudeerd, nieuwe soorten werden gekweekt en nieuwe bewerkingstechnieken werden ontwikkeld. En vandaag de dag hebben zich bij de befaamde en door de geschiedenis heen geroemde soorten, tientallen nieuwe gevoegd, die in niets onderdoen voor hun kwaliteit en de kracht van hun psychofysische werking.
Dit zijn de Taiwanese oolongs uit het hooggebergte, met een veelgelaagde smaak en een uitmuntend aroma, bijzonder vasthoudend in hoe vaak je ze kunt opschenken; dat zijn ook de sterke, sappige oolongs uit Chaozhou; dat zijn verder de rode thees die in Rusland bijzonder populair zijn om hun uitgesproken bouquet en effectieve verwarmende werking.

Maar hier komen we bij een heikel punt voor wie aan het begin staat van zijn of haar kennismaking met de wereld van de Chinese thee. Al die beroemde soorten die werden geleverd aan het hof van keizers in het verleden of die in onze tijd de hoogste prijzen in de wacht hebben gesleept op de meest prestigieuze concoursen, worden op enorme schaal schaamteloos nagemaakt.
Neem bijvoorbeeld de “Xihu Long Jing”, de legendarische “Drakenbron van het Xihumeer” uit Zhejiang, waarvan de geschiedenis teruggaat tot 949. In de tijd van de opbloei van de Chinese economie en de renaissance van de thee-industrie in de Volksrepubliek werd “Long Jing” het visitekaartje van China en merk nummer één. Hij mocht niet ontbreken als staatsgeschenk aan buitenlandse staatshoofden. Het hoeft niet te verbazen dat de bekendheid van de “Drakenbron” geleid heeft tot een enorme hoeveelheid namaak op de markt. Vandaag de dag wordt hij niet alleen aan het Xihumeer geproduceerd, maar ook in Yunnan, Guizhou, Sichuan en andere provincies. Maar de echte “Xihu Long Jing” kan alleen afkomstig zijn uit Hangzhou, provincie Zhejiang. Vele kleine handelaren kopen goedkope “Long Jing” in, ver van zijn historische vaderland, en verkopen hem voor echt aan hun oningewijde klanten. En hoewel smaak en aroma van die thees slechts een zwakke imitatie vormen van het origineel, is het voor een onervaren liefhebber moeilijk de namaak eruit te halen.
Of de beroemde Wuyishanse oolong Da Hong Pao, 大红袍, “Groot Rood Gewaad”. Vandaag de dag is dat eerder een legende en een gift van de traditie, dan een reëel product. De moederstruiken, waarvan in de vorige eeuw stekken zijn afgenomen om die te verplanten, worden niet gebruikt voor de oogst van bladeren, en de Mu Shu Cha (thee van de moederstruiken), afkomstig van genoemde stekken, is uiterst duur dankzij zijn zeldzaamheid. De “Da Hong Pao” die massaal vertegenwoordigd is op de markt, is ofwel een versnijding van een aantal soorten, ofwel simpelweg een van de vele Wuyishanse thees, die zich onder dit gevestigde merk gemakkelijker laten verkopen.
Het arrondissement Anxi, bekend om de “IJzeren Bodhisattva Tieguanyin”, was tot 1996 een van de

armste prefecturen van Fujian, en hoort nu bij de top honderd van heel China. Toen in het midden van de jaren '90 de vraag naar deze soort thee onverwacht opkwam, werden honderden hectaren berghellingen ontgonnen voor nieuwe aanplant. Nieuwbakken fabrieken en fabriekjes schoten als paddenstoelen uit de grond. Zij produceren jaarlijks 42.000 ton thee, waarvan 7.000 ton geëxporteerd wordt. Meer dan achthonderdduizend mensen zijn hier werkzaam. Als beste geldt de thee uit het hooggebergte, als tweede die van halverhoogte, terwijl de thee uit de dalen onderaan staat. Naast de hoogte zijn echter op de uiteindelijke kwaliteit van de thee vooral de ouderdom van de struik, de oogsttijd, de kwaliteit van de bemesting en de afwerkingstechniek van invloed.
Een analoge geschiedenis heeft zich ook aan de puerhs voltrokken. De puerhboom van de jaren 2000, die de populariteit van de thee in geometrische progressie zag groeien, zorgde voor een tekort aan grondstof in de regio. Deze grondstof werd aangevuld, niet alleen vanuit naburige regio's, maar zelfs vanuit buurlanden als Vietnam en Laos. En meer en meer nieuwe grondstukken van de Yunnanse bergen werden van terrassen voorzien voor de aanleg van theeplantages. In 2006 werd in Yunnan een standaard vastgesteld die voor de “echte Puerhthee” de basiskenmerken vastlegde, grenzen aangaf van “controleerbare herkomst” en de grondstof onderverdeelde in vijf kwaliteitsklassen, afhankelijk van de onderlinge verhouding van bladeren en bladknoppen. Daarbij kent de grondstof van de oude theebomen geen kwaliteitsklasse; zijn prijs wordt bepaald door de smaak en de status van de regio.
Zodra een bepaald merk populair wordt, verschijnt er tevens een enorme hoeveelheid namaak van lage kwaliteit. Desalniettemin, zoals men in China zegt: “een veelheid aan namaakdraken bewijst het ontbreken van het origineel niet”. Hoofdzaak is dat je dat origineel wilt vinden!
In jaren van zoektochten, vele expedities en zakenreizen, heeft de leiding van MoyChay een flinke bagage aan ervaring in de thee opgebouwd, alsmede partnerschappen met beproefde producenten. Daarbij rusten we niet op onze lauweren, en ieder nieuw seizoen reizen we af naar de meest afgelegen hoekjes van China, naar plantages en fabrieken, op persoonlijk de beste thee van de nieuwe oogsten uit te kiezen, het etiket “Elite” waardig. In de video over elitethee vertelt onze directeur Sergey Shevelev over zijn “leefregels”.

Onze theewinkel vult voortdurend zijn collectie aan met de beste soorten Chinese thee, met de hand gemaakt in kleine boerenbedrijven, gelegen in de historische plaatsen waar de thee vandaan komt. Al deze gebieden hebben eind 20e eeuw de status van beschermde natuurgebieden van nationaal en mondiaal niveau gekregen.
Dit is zonder meer dure thee. Er zijn niet zo veel plaatsen waar de omstandigheden voor de groei van theeplanten en hun verwerking historisch gevormd zijn, en daarbij vergt de productie flinke inspanningen en hoogstaand meesterschap. Dit is werkelijk goede thee, met de hand geoogst en vervaardigd, uit selecte grondstof, rechtstreeks bij de producent gekocht en met zorg aan onze theewinkel geleverd. Misschien niet in zilveren vaten, zoals vroeger voor het keizerlijke ritueel in de tempel der voorouders, maar met geen greintje minder respect in de behandeling.

Zulke verzamelaarsthee is niet voor iedere dag, maar voor een bijzondere, feestelijke gelegenheid, voor liefhebbers, ervaren in theevraagstukken, in staat alle nuances van bouquet en subtiliteiten van werking op waarde te schatten. “Voor de vele mannen die de dageraad begroeten en het beeld van de zon in hun hart dragen, hun blijdschap en al hun zaken onderling delen wanneer zij samenkomen om thee te drinken, is de schikking van het theeservies niet meer dan een uitstel van een openhartig gesprek... Wanneer de thee klaar is, staat de gastheer op en geeft de theekop aan zijn gast met de woorden: 'Dit alleen is onvoldoende om de eenzaamheid te verbreken'. Het ritueel wordt driemaal herhaald, waarna de qin en de Chinese damspellen, kwasten en inktpotten tevoorschijn komen...” (Zhu Quan, 茶谱: “Cha Pu”, 1440).

Leren wegwijs te worden in thee, hem te begrijpen en er onvervalst plezier van te beleven, is geen ingewikkelde materie en voor iedereen bereikbaar, en zeer nuttig en boeiend. Want smaak voor goede thee ontwikkelt verbazend genoeg de smaak als zodanig, principieel. Wie hiermee in aanraking is gekomen, merkt dat achter het begrip van thee aan, het begrip komt van bepaalde essentiële, wezenlijke fundamenten. Over welke eerste stappen hiervoor noodzakelijk zijn, lees je in ons artikel Hoe goede thee te kiezen. En wie voor het eerst bij ons is, raden we aan het interview met onze directeur Sergey Shevelev voor de zender Kultura te bekijken.

Written by Dmitry Pekov