White Oriental Beauty is een zeldzame witte thee die wordt geproduceerd in de mistige hooglanden van de provincie Fujian, China. Op hoogtes rond 1.100 meter worden de theeplanten gekust door ochtenddauw, bergwind en het occasionele bezoek van de kleine Jacobiasca formosana — dezelfde bladluis die de aromatische transformatie initieert in de klassieke Oriental Beauty oolong.
Deze thee wordt gemaakt van één knop en twee bladeren van de Qing Xin Da Mao-cultivar. Oorspronkelijk ontwikkeld in Taiwan, werd Qing Xin Da Mao eind jaren 90 op het vasteland geïntroduceerd door samenwerkingsverbanden tussen theeproducenten van beide zijden van de zeestraat. De cultivar staat bekend om zijn brede, donzige bladeren en zachte, zoete karakter.
Zodra de bladluis heeft gebeten, beginnen de bladeren terpenen te produceren als onderdeel van een natuurlijke zelfverdediging, wat resulteert in bloemige, honingachtige en subtiel fruitige aroma's. Na zorgvuldig handplukken eind juni worden de verse bladeren zachtjes verwelkt in zonlicht en vervolgens met precisie gebakken bij lage temperaturen. Het resultaat is een witte thee met de elegantie van Bai Cha en de gelaagde complexiteit van Mei Ren Cha.
De infusie is een bleekgoudkleur, met zachte, aanhoudende aroma's van orchidee, nectar en ochtendgras. De smaak is licht en sierlijk, maar blijft op het gehemelte hangen als een gedicht dat fluisterend wordt verteld — deels mist, deels zon, alles geduld.
