Yunnanse puerh. Variëteiten van theebomen.

Tropische wouden zijn de oudste ecosystemen van onze planeet. De aarde ademde, verwarmde de gletsjers en liet de wereldzeeën weer bevriezen, meteorieten vielen neer, alle mogelijke levensvormen kwamen en gingen, primitieve neanderthalers evolueerden tot de denkende mens. En achter de onbedwingbare bergrug van Tibet, te midden van schilderachtige heuvels en vruchtbare dalen, bezocht door warme, vochtige zuidenwinden, groeiden theebomen. In de beroemde theeregio's van de provincie Yunnan stond de wieg van de mu shu cha, 母树茶, de moederbomen, dragers van de oudste genen van de theeplant. Hiervandaan, vanuit de zuidoostelijke uitlopers van Tibet, verspreidde hij zich over de wereld na de zoveelste ijstijd, en zorgde voor talrijk nageslacht.

 

puerh zonnige bladknoppen

 

Op de rulle, vruchtbare bodem van het tropische woud, in zijn warme en vochtige klimaat, groeit de theeplant op tot een grote en sterke lang levende plant. Binnen de grenzen van Yunnan zijn een paar honderd bomen te vinden die al meer dan duizend jaar oud zijn. De oudste heden ten dage bekende boom groeit in de jungle van het district Zhenyuan, 镇沅. Hij telt meer dan 2700 jaren. De stamdiameter bij de wortels is 1,2 m., de diameter van de stam zelf 0,89 m., de kruin meet 22x20 m. Sinds zijn ontdekking in 1996 vormt hij een studieobject voor de wetenschap, een toeristische bezienswaardigheid en een stuk nationaal erfgoed.

 

puerhboom 2700 jaar

 

Naarmate ze verder verwijderd staan van hun bergachtige tropische geboortegrond, worden de theeplanten kleiner van formaat, de boomvorm maakt plaats voor struiken, het blad wordt kleiner en teerder. En waar je in het hete en vochtige tropische klimaat in een jaar wel tot tien keer kunt oogsten, omdat de plant voortdurend vegeteert, nieuwe spruiten aanmaakt, lukt het in noordelijker streken maar een keer of twee, drie, of zelfs maar een keer per jaar om een goede oogst te krijgen.

 

theebomen jungle theeoogst

 

In de natuur vermenigvuldigt de theeplant zich op geslachtelijke wijze (bestuiving), en brengt een veelheid aan ondersoorten en variëteiten voort, waarvan elk over unieke eigenschappen beschikt. Maar de natuurlijke selectie houdt alleen levensvatbare takken van evolutie in stand. Voor wetenschappers vormen de dragers van de prototypen van genen met bestendige eigenschappen uit de Yunnanse jungle selectiemateriaal van onschatbare waarde.

 

puerh xiao qiao mu

 

Tegenwoordig worden de volgende unieke variëteiten van oude Yunnanse theebomen erkend en bestudeerd, van de agrotypen qiao mu 乔木 (boomvorm) en xiao qiao mu 小乔木 (kleine boomvorm):

 

Da Chang Cha 大厂茶, Camellia tachangensis, een boom van 10-15 m hoogte met kale taken, leerachtige of dunhuidige, ovale of langwerpig-elliptische, getande bladeren van 14-18 cm lang, 3,5-8 cm breed, met 7-9 paar nerven. Het bladsteeltje is kaal, 5-8 mm lang. Groeit behalve in Yunnan ook in het westen en noordwesten van de provincies Guizhou en Guangxi.

 

Da Bao Cha 大苞茶, Camellia grandibracteata, een boom van maximaal 12 m hoog en een stamdiameter van zo'n 60 cm. De bladeren zijn dunhuidig, ovaal, 10-14 cm lang, 4-5,5 cm breed, puntig, donzig aan de onderkant, met korte, lichtelijk donzige steeltjes. Een nauwe verwant van de Da Chang, maar onderscheidt zich daarvan door het teerdere blad en het dons op de steel.

 

puerh Yunnan theeboom

 

Naast deze zeldzame endemische vormen groeien in Yunnan ook vertegenwoordigers van een talrijkere soort dan de grootbladige Chinese camellia, de Assamica, voor het eerst aangetroffen in de wilde jungle van India (staat Assam). De ironie van het lot wilde dat hij in 1825 werd ontdekt op zoek naar een geschikte plaats om kaal te slaan en een plantage aan te leggen, waar dan zaad en stekken van Chinese theestruiken ingezaaid en gepoot zouden moeten worden. In India bestond er immers tot de 19e eeuw geen theetraditie: de Indiërs hadden in het verleden nooit thee gedronken of verbouwd. Een eeuw later brandde een verhitte strijd los over de vraag waar de historische geboortegrond van de theeplant lag, totdat in 1962 de Sovjetchemicus K.M. Dzhemoechadze door middel van biochemische analyse vaststelde dat de wilde bomen van 10 m en hoger uit de jungle van Yunnan en de aangrenzende gebieden in Vietnam en Birma de oorspronkelijke vorm zijn. Al het andere zijn slechts variëteiten.

 

Yunnan Assamica

 

Volgens de moderne internationale botanische classificatie kent de theeplant één soort, Camellia sinensis, d.w.z. de Chinese camellia, waarin drie variëteiten worden onderscheiden, de Chinese, Assamse en Cambodjaanse; 23 botanische soorten en 380 agrotypen, waarvan er 260 in Yunnan groeien. En waar Da Chan Cha 大厂茶, Camellia tachangensis, en Da Bao Cha 大苞茶, Camellia grandibracteata, niet worden gekloond vanwege hun lage opbrengst, daar worden alle Chinese Assamicae, C.sinensis var.assamica, actief verspreid als plantagethee. De volgende ondersoorten zijn het meest representatief:

 

Menghaise grootbladige, Menghai Da Ye, C.sinensis var.assamica cv.Menghai-dayecha 勐海大叶茶,  is in de vrije natuur een hoge boom met grote, langwerpige of ovale, donkergroene, glanzende bladeren met een puntig uiteinde en ongelijke tanding. De spruiten zijn sterk, glanzend, geelgroen, donzig. De volgroeide bladeren zijn zacht. Relictbosjes van moederplanten zijn te vinden op de berg Nanno, prefectuur Pu'er. Het natuurlijke verspreidingsgebied beslaat het zuiden van Yunnan. In de landbouw is hij erg productief, en geeft tot 200 kg oogst van 667 vierkante meter tai di cha (3000 planten). Wordt tegenwoordig wijd verspreid als plantagethee in Yunnan, Sichuan, Guangxi, Guizhou en andere provincies. Kan tot vijf graden vorst hebben, en heeft voor een normale groei in een jaar tijd minstens 1000 mm neerslag nodig. Zijn lentespruiten verschijnen begin maart, en de optimale oogsttijd is half maart. Het bewerkte blad bevat ongeveer 2,3% aminozuren, 32,8% polyfenolen, 18,2% catechinen en 4,1% cafeïne.

 

Fengqingse grootbladige, Fengqing Da Ye, C.sinensis var.assamica cv.Fengqing-dayecha 凤庆大叶茶. Is in wilde vorm een hoge boom met dunne takken en ovale, groene, glanzende bladeren. De spruiten zijn sterk, relatief gedrongen, groen, donzig. De uit de prefectuur Fengqing in het noordwesten van Yunnan afkomstige boom wordt tegenwoordig breed toegepast in de landbouw van Sichuan, Guangdong, Guangxi, Hainan, Fujian en andere provincies. Kan tot vijf graden vorst hebben, en heeft voor een normale groei in een jaar tijd minstens 800 mm neerslag nodig. Zijn lentespruiten verschijnen begin maart, en de optimale oogsttijd is eind maart tot begin april. Geeft tot 140 kg oogst van 667 vierkante meter tai di cha (3000 planten). De droge thee bevat ongeveer 2,9% aminozuren, 30,2% polyfenolen, 12,4% catechinen en 3,2% cafeïne.

 

Lincangse grootbladige, Lincang Da Ye, C.sinensis var.assamica cv.Lincang-dayecha 临沧大叶茶. Een hoge boom met dichte takken en grote, ovale of breed elliptische, donkergroene, zachte, dikke bladeren met een scherpe punt en fijne tanding. De bladeren steken horizontaal uit de takken of hangen af. Relictbosjes van moederplanten zijn te vinden in het district van het dorp Mangang-cun 曼岗村 in de prefectuur Lincang 临沧县. Hoort bij de bomenfamilie Mengku 勐库. Wordt actief in de landbouw ingezet. Zijn lentespruiten verschijnen begin maart, en de optimale oogsttijd is half maart. Geeft tot 150 kg oogst van 667 vierkante meter tai di cha (3000 planten). Verdraagt geen vorst. De droge thee bevat ongeveer 2,8% aminozuren, 28,3% polyfenolen, 18,5% catechinen, 4,4% cafeïne.

 

Dalise grootbladige, Dali Da Ye, C.sinensis var.assamica cv.Dali-dayecha 大理大叶茶. Hoge boom met weelderige kruin, de takken zijn dichtbegroeid met bladeren, aan de uiteinden afhangend. De bladeren groeien afhangend aan de takken, zijn breed, ovaal, groen, plat, fijngetand, het uiteinde verloopt geleidelijk in een punt. De bladtekstuur is sappig en zacht. De spruiten zijn olieachtig, sterk, geelgroen, met weelderig dons. Relictbomen groeien in het noordwesten van Yunnan, in de prefectuur Dali (district Xiaguan). Zijn lentespruiten verschijnen begin maart, en de optimale oogsttijd is half april. Wordt actief in de landbouw ingezet. Geeft gemiddeld zo'n 140 kg oogst van 667 vierkante meter tai di cha (3000 planten). Verdraagt geen vorst. De bewerkte lentethee bevat 2,0% aminozuren, 35,0% polyfenolen, 13,9% catechinen, 5,4% cafeïne.

 

Tengchongse grootbladige, Tengchong Da Ye, C.sinensis var.assamica cv.Tengchong-dayecha 腾冲大叶茶. Relictbomen groeien in het arrondissement Tengchong 腾冲县 op de hellingen van de Baoshan, en wordt daar ook gecultiveerd. Boomvorm die zich goed vertakt, met een dichte kruin. Zachte bladeren, elastisch, horizontaal of afhangend, ovaal, groen, met een klein aantal diepe inkepingen en een kegelvormige punt. De spruiten zijn sterk, geelgroen, vol met dons. De ideale oogsttijd is eind maart. Geeft gemiddeld zo'n 180 kg oogst van 667 vierkante meter tai di cha (3000 planten). De bewerkte thee bevat gemiddeld 2,4% aminozuren, 30,5% polyfenolen, 27,9% catechinen en 5,2% cafeïne. Verdraagt geen temperaturen onder de 3℃.

 

jungle tea

 

Naast de metershoge boomvormen van het agrotype qiao mu, groeien in de beroemde theeregio's van Yunnan ook “lage bomen” of xiao qiao mu 小乔木:

 

Da Li Cha 大理茶, Camellia taliensis, endemisch, groeit in Yunnan en de aangrenzende bergdistricten van Myanmar en Thailand tussen de 700 en 2700 m hoogte. Struik of kleine boom van 2-8 m hoogte, met kale takken en licht afhangende bladknoppen, grote (8,5-15 cm lang en 3-5,5 cm breed) leerachtige of dunhuidige, ovale of elliptische, kale, ietwat bolle bladeren, met beperkte of golvende tanding, met 7-8 paar nerven. Rechte bladsteel van maximaal 10 mm.

 

Hou zhou cha 厚轴茶, Camellia crassicolumna, is wijdverbreid in vele zuidelijke provincies. Kleine boom tot 10 m hoog. De bladeren zijn leerachtig, ovaal, half ovaal of lancetvormig, 10-12 cm lang, 4-5,5 cm breed, met puntig uiteinde, lichtelijk glanzend, groen van boven, grijsgroen van onder, kaal, met 7-9 paar nerven, getand. Neerhangende bladknoppen. De steeltjes zijn 6-10 mm lang.

 

Guang Nan Cha 广南茶 Camellia kwangnanica, endemisch, groeit uitsluitend in Yunnan op een gemiddelde hoogte rond 1800 m in de tropische loofwouden. Een klein boompje van zo'n 5-6 m hoog, met een diameter tot 31 cm, kale takken, alleen de uiterste bladknoppen zijn donzig. De bladeren zijn leerachtig, langwerpig, 10-14 cm lang, 3-5,5 cm breed, puntig, glad, van boven donkergroen, van onder olijfgroen, met 8-10 paar nerven, fijngetand. Steeltjes van 10-15 mm.

 

puerh xiao qiao mu

 

Guang Xi Cha 广西茶 Camellia kwangsiensis Chang is een struik of laag boompje met kale takken. De bladeren zijn leerachtig, langwerpig, 10-17 cm lang, 4-7 cm breed, toelopend maar met een bot puntje, bijna of helemaal zonder glans, niet afhangend, veeltandig, 8-13 paar nerven. Het droge blad is van boven bruin, van onder grijsbruin. Het steeltje is kaal, 8-12 mm. Groeit in het wild in Yunnan en Guangxi.

 

Nan Chuan Cha 南川茶 Camellia nanchuanica, Zuid-Sichuanse ondersoort, groeit in de loofwouden van Yunnan en Sichuan rond 1300 m hoogte. Kleine 5-8 m hoge boom met kale takken, afhangende bladknoppen. De bladeren zijn leerachtig, ovaal, kaal, licht glanzend, met een scherp puntje, donkergroen van boven, grijsgroen van onder, met 7-8 paar nerven, fijngetand. Steeltjes van 8-10 mm lang.

 

Yunlongshanse grootbladige, Yunlongshan Da Ye, C.sinensis var.assamica cv.Yunlongshan-dayecha 云龙山大叶茶. Wordt gecultiveerd op de Berg van de Wolkendraak, Yunlongshan 云龙山 arrondissement Jiangshui 建水县. Groeit onder natuurlijke omstandigheden uit tot een klein boompje. Vertakt zich dicht, jonge loten zijn geelgroen en donzig, de bladeren horizontaal, langwerpig, groen, relatief hard, gebogen, met een kegelvormige punt en een klein aantal fijne tandjes. De ideale oogsttijd is half maart. Het is een erg productieve soort: hij geeft tot 200 kg oogst van 667 vierkante meter tai di cha (3000-5000 planten). De verwerkte thee bevat 3,2% aminozuren, 32,5% polyfenolen, 5,2% cafeïne. Wordt actief ingezet in de Yunnanse landbouw op hoogten tussen 1000 en 2000 m op plaatsen waar het niet kouder wordt dan -5 ℃.

 

xiao qiao mu puerh

 

Al deze soorten zijn door de natuur zelf voortgebracht, zonder menselijke bemoeienis, en vormen bakens in de evolutie van de theeplant over de afgelopen 70 miljoen jaar. Hun studie, kruising en selectie maakt het mogelijk nieuwe soorten te kweken, met perspectief voor de landbouw: veel oogst opleverend en bestendig tegen vorst, droogte, ziekten en ongedierte.

 

 

puerhboom

 

Vanuit commercieel oogpunt zijn deze planten niet minder belangrijk: grondstof van de oude in het wild groeiende bomen Ye Sheng Gu Qiao Mu 野生古乔木, waarvan de leeftijd niet in decennia maar in eeuwen is te tellen, is het duurst van allemaal. Hieronder zijn zowel wilde bomen in de volle zin des woords, dus op geheel natuurlijke wijze uit zaadjes ontsproten, als gecultiveerde, dus ooit door mensen geplant (uit zaad of stekken). Voor wetenschappers mogen dat verschillende categorieën zijn, hun marktwaarde schakelt ze gelijk. Onafhankelijk van de vraag of deze bomen in het wild in de jungle groeien of ooit met de hand geplant zijn, zowel qua smaak als qua werking als het gehalte aan waardevolle voedingsstoffen staan ze op een beduidend hoger plan dan tai di cha shu, 台地茶树 plantagethee, eind 20e eeuw geplant en nu in dichte rijen op de terrassen te zien. Vandaag de dag tellen Yunnans theedistricten ongeveer 8000 oude bomen. Zij vormen als het ware een levend antiquariaat, en aan vrijwel elk van deze bomen is een hof verbonden dat leeft van de oogst van zijn thee.

 

puerhblad

 

Naast deze unieke voorhistorische mu shu cha zijn in de beroemde theedistricten van Yunnan, waar mensen al tweeduizend jaar in de theeteelt zitten, enige tientallen variëteiten van grote en kleine qiao mu gekweekt.

 

Zo wordt in het Jinggugebergte de Jinggu da bai cha gecultiveerd, 景谷大白茶, waarvan de geschiedenis 150 jaar teruggaat. Zijn zeer lichtgeelgroene bladknoppen zijn met een weelderig wit dons bedekt, wat hem erg mooi maakt. De volwassen plant is een boom met een dichte kruin en brede, zachte, getande, donkergroene bladeren. De jonge loten zijn sterk en sappig. De optimale oogsttijd is half maart. Geeft tot 200 kg oogst van 667 vierkante meter tai di cha (3000 planten). Is wijdverbreid in het district Jinggu op terrasvelden op 1600 m boven zeeniveau. Verdraagt geen vorst. De bereide thee bevat 3,8% aminozuren, 29,9% polyfenolen, 15,3% catechinen en 5,2% cafeïne.

 

In de tweede helft van de 20e eeuw zijn de Yunkangsoorten breed in zwang gekomen, Camellia assamica cv.Yunkang, ontwikkeld in de Yunnanse landbouwacademie in de jaren '70 op basis van de theepopulatie van de berg Nannoshan. Zij worden tegenwoordig met succes geteeld in de districten Xishuangbanna, Simao, Lincang, Baoshan, evenals buiten Yunnan: in Sichuan, Guangdong, Guangxi, Hunan, Fujian en andere provincies. Het zijn hoge planten die zich weelderig vertakken, met horizontale of schuin hangende, sappige en zachte, donkergroene, langwerpige, gebogen en glanzende bladeren met scherpe puntjes en fijne tanding. De kampioen in productiviteit: geeft tot 220 kg oogst van 667 vierkante meter tai di cha (3000 planten). De beste oogsttijd is eind maart tot begin april. Het bewerkte blad bevat 4,1% aminozuren, 36,1% polyfenolen, 14,6% catechinen en 4,5% cafeïne. Heeft jaarlijks meer dan 800 mm neerslag nodig en groeit tot 2000 m hoogte, waar de temperatuur niet onder de -5 ℃ komt.

 

Juist deze soorten, in dichte rijen op de Yunnanse berghellingen, ontwikkeld in laboratoria, uitgerust volgens het laatste woord der techniek, levensvatbaar en productief, verdringen vandaag de weinig productieve oudgedienden, de bewoners van de ondoordringbare jungle. Ja, en ook de jungle zelf wijkt geleidelijk voor de opmars van de beschaving. Juist de grondstof van de nieuwe taidichaplantages verzorgt die honderdduizenden ton gebruiksklare thee die bij de consument belanden.

 

tai di cha

 

 

Overigens is de correcte botanische benaming één ding, maar de levende werkelijkheid is iets anders. De theeplukkers en kleine agrariërs zijn eenvoudige boeren, die bij hun werk hun eigen terminologie hanteren. Zulke soorten als Lincang xiao ye, de Lincangse kleinbladige, of Jingmai zhong ye, de Jingmaise middelgrootbladige, kennen geen aanduiding in de officiële nomenclatuur, maar de boeren oogsten nu juist deze soorten, die ze van andere soorten onderscheiden, waarvoor ook weer namen bestaan.

 

Sergey en boer uit Jinggu

 

Voor wat betreft de vertegenwoordigers van de kleine volkeren die sinds onheuglijke tijden de voorgebergten van Tibet bevolken: hun relatie tot de theebomen is helemaal een verhaal apart. In het Yiwugebergte noemen ze hem de Kongmingboom (Zhuge Liang, grote strateeg en staatsman uit de tijd van de Drie Koninkrijken) en eren hem om deze Theepatriarch, die de mensen de kunst van de theeoogst en -bereiding bijbracht. De Bulangs geloven dat de theeboom, net als de Hemel en de Aarde, geschapen is door de aartsmoeder van de wereld Yao Bai. In het Jingmaigebergte groeit de thee van het Witte Maanlicht. Yue Guang Bai is de Chinese naam van een Thaise prinses die omwille van een verbond tussen de stammen Ba 巴 en Thai 泰 afzag van het hofleven. Haar naam is gegeven aan deze thee en de bomen waar deze van geoogst wordt. Daarbij wordt het blad 's nachts geoogst, bij het licht van de Maan. En kent iedere berg zijn eigen namen, geschiedenissen en legenden, een beetje romantisch en daarmee prachtig, zoals ieder tijdperk dat verder en verder in het verleden verdwijnt prachtig is.

 

Yunnan jungle theebomen

 

Over hoe de puerh van deze prachtige bomen gemaakt wordt, lees je hier.

Over de streek waar deze bomen groeien, lees je hier.

 

Door naar onze internetwinkel, waar je een brede keus aan hoogstaande puerhs aantreft

(с) Moychay.ru Voor reproductie of kopie van dit artikel of delen ervan is vooraf schriftelijke toestemming van de rechthebbende vereist.

 

Written by Sergey Shevelev
Find similar articles
PuerhTheeTheebomenYunnan