Drakenklauwthee is een bijzondere witte theesoort, geoogst van eeuwenoude, wilde bomen, hoog in de bergen op hoogtes variërend van 1500 tot 2200 meter. Deze eerbiedwaardige bomen zijn voornamelijk te vinden in de noordelijke berggebieden van Vietnam, zoals Chieu Lau Thi en Tay Con Linh in Ha Giang, en strekken zich uit tot in de nabijgelegen berggebieden van Yunnan, China.
Deze karakteristieke thee is een variant van Ya Bao, geoogst uit de okselknoppen van niet-sinensis theeboomsoorten. Deze knoppen, die in de winter ontkiemen, zijn voorbestemd om uit te groeien tot takken. Wetenschappelijk erkend als Camellia Crassicolumna, is er een voortdurende discussie over de classificatie ervan als thee of kruid, vanwege de unieke smaak en visuele aantrekkingskracht die de thee zeer gewild maken bij theeliefhebbers.
De rijke natuur van Vietnam is de bakermat van dit botanische wonder. De knoppen van Dragon Claw-thee, gekenmerkt door hun groenige tint met paarse punten, lijken op een drakenstaart en glinsteren alsof ze door zonlicht zijn aangeraakt. Na het zetten ontstaat een lichtgouden drank met een wilde, zoete geur die doet denken aan rozen.
Na het trekken verspreidt de thee een robuust fruitig bloemenaroma. De dichte knoppen ontvouwen zich langzaam en onthullen hun volle smaak wanneer ze 30 seconden tot een minuut trekken, met een steeds langere trektijd in water van 90-100 graden Celsius. Voor een snellere, sterkere infusie wordt licht sudderen in een pan aanbevolen, conform de lokale traditie. Zelfs na een gongfu-brouwsessie kan het koken van de knoppen hun volledige essentie onttrekken.
De infusie lijkt op helder water met een vleugje groengeel, met een intense geur en een complex smaakprofiel van bloemige, fruitige, houtachtige en peperachtige tonen, die doen denken aan guavesnoep.
Dragon Claw Tea is inderdaad een uitstekende keuze voor iedereen die op zoek is naar een ongeëvenaarde en plezierige smaakreis.